oorheen at ik nooit zo vaak noedels maar tegenwoordig komen ze hier wat vaker op tafel. Wat ik vooral niet lekker vindt van de Oosterse keuken is het gebruik van gember.
Lekker makkelijk: klik op het logo van je favoriete supermarkt om de ingrediënten toe te voegen.
En zo maak je het:
We beginnen met de woksaus en de marinade. Zo heb je de meeste ingrediënten van je lijst verwerkt en kunnen zowel de marinade en de woksaus lekker op smaak komen. De marinade klop je in een kom tot een gladde saus. Dit doe je ook met de woksaus. Zorg dat je hier alles hard genoeg hebt geklopt zodat alle bloem helemaal is opgelost. Je wilt geen klontertjes natuurlijk.
De biefstuk snijdt je in kleine blokjes van zo’n twee bij twee centimeter. Doe de blokjes in een kom en voeg hier de marinade aan toe. Laat het geheel lekker een uurtje staan.
Intussen snijden we de broccoli in kleine roosjes en de uien in kwarten. Bewaar ze in aparte bakjes.
Het vlees bakken
Neem een grote wok erbij en verhit deze goed. Doe er dan een beetje wokolie in en roerbak eerst de broccoli en zet deze daarna apart. Dan doe je de uien in de wok en na een paar minuutjes voeg je het vlees toe. Blijf dit omscheppen zodat het vlees rondom mooi bruin wordt. Ik hou niet van doorgebakken biefstuk dus ik heb dit niet te lang gedaan. Voeg nu de helft van de woksaus toe en roer dit door het vlees.
Nu is het tijd om de broccoli en de noedels in de wok erbij te doen. Schep alles goed om zodat er overal saus zit. Je voegt als laatste de rest van de woksaus toe. Schep het geheel daarna om en om zodat de noedels lekker warm zijn.