Een echte Italiaanse klassieker! En wat voor een klassieker om op te slurpen deze. Ik kocht hele dikke holle spaghetti : de bucatini. De pasta wordt in Amatrice in Italie gewoon met spaghetti gegeten maar in Rome maakten ze er dus deze klassieker van.
Lekker makkelijk: klik op het logo van je favoriete supermarkt om de ingrediënten toe te voegen.
En zo maak je het:
We gaan eerst het spek bakken. Hier kan ik over zeggen: kun je geen wangspek vinden, (en hier zul je echt voor naar een slager moeten) dan kun je ook pancetta gebruiken. Het liefst een dikke plak die je dan in kleine stukjes snijdt. Is ook dat niet te vinden koop dan gewoon de dunne plakjes die je wel in de supermarkt kunt vinden en snij deze fijn.
Neem een koekenpan erbij en doe hier wat olijfolie in. Bak vervolgens het spek krokant. Strooi er wat peper over.
Snipper de witte ui en de knoflooktenen en snij het rode pepetje fijn. Voeg dit toe aan het spek en bak dit even mee tot de knoflook lekker begint te geuren en de ui glazig is.
Dan is het tijd voor de tomatenblokjes, voeg deze toe en roer het geheel tot een mooie saus, laat hem op lage temperatuur lekker verder sudderen.
Kook de bucatini in een grote pan met gezout water in 8 minuutjes gaar. Zijn ze dan nog niet al-dente dat geeft niet ze gaan zo bij de saus en daar kookt het nog even verder.
Voeg als laatste de pasta bij de saus en is het te droog voeg dan nog kopje water toe. Mix het geheel zodat de saus ook lekker in de slierten kan. Laat het geheel nog heel even pruttelen.
Neem de borden erbij en schep de pasta op de borden, garneer met de geraspte peper-pecorino