Kook de bloemkoolroosjes beetgaar in 10 minuutjes. Niet langer want dan worden ze te zacht. Laat eerst goed uitlekken in een vergiet. Neem dan een schone theedoek erbij. Met je vingers breek je de roosjes in kleine stukjes. Knijp het vocht er uit door de theedoek dicht te draaien.
Voeg de kleine stukjes bloemkool toe aan een kom en doe hier het ei, de 15 gram panko en de kaasrasp-mix bij. Vorm er balletjes mee. Ik haalde er ongeveer 14 balletjes uit. Deze zet je voor een half uurtje in de koelkast en laat ze even opstijven.
Maak de saus door twee eetlepels harissa te mengen met de yoghurt en mayonaise. Beetje verse peterselie erbij en klaar is je sausje.
Zet drie kommen klaar, één met een laagje bloem, één met de twee losgeklopte eieren, en de laatste met de panko kruimels.
Rol de balletjes eerst door de bloem, dan het ei en dan de panko.
Verhit een pan met een laag arachideolie en laat met een schuimspaan een stuk of 5 balletjes in de olie glijden. Bak ze tot de buitenkant mooi goudbruin is. Laat uitlekken op een keukenpapiertje. Herhaal met de rest van de balletjes.