• We gaan eerst de bakjes maken, haal het bladerdeeg uit de vriezer en ontdooi alle velletjes. We gebruiken dus 5 velletjes per persoon, als je dit te veel vind kun je evt ook 4 laagjes doen maar dan wordt je bakje wel wat lager.
• Verwarm je oven voor op 200 graden. Één velletje gebruiken we als de bodem de rest leggen we op elkaar, steek met een vierkant vormpje het midden uit de rest van de blaadjes. Smeer de randjes in met het losgeklopte ei. Met een vork prik je in het midden wat gaatjes in het deeg. Leg ze op een bakpapier en zet in de oven tot ze mooi goudbruin zijn. (ongeveer 20 min)
• Terwijl de bakjes in de oven staan gaan we de ragout maken.

De ragout maken

• Schil de asperges en bewaar de schillen en de houtige kontjes, doe deze in een pan met een liter water. Voeg wat zout aan het water toe en leg de asperges in de pan. Kook de asperges wanneer het water kookt voor 8 minuutjes.
• Haal ze daarna uit de pan en laat ze uitlekken, bewaar wel het kookvocht daar gaan we de ragout mee maken.
• Neem een pan erbij en smelt hierin de boter, wanneer deze helemaal gesmolten is voeg je in één keer de bloem toe en roer dit door elkaar. Bak de bloem voor twee minuutjes : dat is je roux.
• Voeg daarna de 150 ml chardonnay toe en roer de roux tot een gladde saus, deze zal dik zijn, schep er daarna met een soeplepel wat van het aspergevocht bij tot je een mooie gladde saus hebt van ragout dikte. Breng op smaak met zout en peper.
• Hak de peterselie en voeg deze toe aan de ragout.
• Snij als laatste de asperges in kleine stukjes en voeg ze toe aan de ragout. Maar bewaar er wel vier die je kunt gebruiken om in de bakjes te zetten.